Als we een zeer
snelle passage spelen
en daardoor ‘haast’ ervaren,
gaat ‘ie minder goed
Onze vingers raken
gespannen
onze nek
verstijft
onze ogen
bevriezen
we worden
onhandiger
we stoppen met
innerlijk zingen
we maken
leesfouten
Gevolg:
we spelen juist
langzamer
of met
haperingen.
Rustig
en toch
vliegensvlugrazendsnel
spelen…
Snelheid
is gebaat bij
kalmte!